” Men zegt over mij dat ik van kleine zalen houd, maar dat is niet zo. Grote zalen zijn altijd lang van te voren bezet. Ik weet uit ervaring dat geplande dingen eindigen in een mislukking. Altijd! Of je wordt ziek, of er is iets anders dat het verhinderd. Terwijl als je vraagt: kan het overmorgen, of desnoods over een week? Dan gaat alles goed. Misschien ben ik vandaag wel in topvorm. Hoe kan ik voorspellen dat ik dat zal zijn op een datum, maanden verwijderd van nu?
“Men vraagt waarom ik tegenwoordig minder pianoconcerten speel? Omdat het daarbij nog veel erger is. In Europa vragen de orkesten mij om engagementen te accepteren voor over vier, vijf jaar! Zij zijn altijd klaar wanneer ik beschikbaar ben.
“In Rusland was alles anders. Misschien was het niet helemaal netjes maar wanneer ik zin had om de volgende dag een concert te geven waarvoor ik mij voorbereid en klaar voelde, werd een gepland concert geannuleerd en programmeerde men mij in plaats daarvan. Of wanneer de zaal ‘s avonds bezet was, programmeerde men mij om 14.00 of 22.00 uur. Geen publiciteit nodig. Op de dag zelf hing men een papier op met het programma. De mond tot mond reclame deed de rest. Maar in het westen gebeurt iets dergelijks niet.
Dus prefereer ik als ik in een land aankom, de kaart te pakken en mijn impresario’s aan te geven welke plaatsen iets in mij oproepen, of mijn nieuwsgierigheid opwekken en waarvoor ik, voor zover mogelijk, nog nooit de gelegenheid had die te bezoeken. We vertrekken per auto, gevolgd door de piano’s. We vermijden de terreur van de snelwegen. Vervolgens speel ik in een theater, een kerkje of in de aula van een school. In Roanne, Montlucon of in een hoekje in de Provence. De mensen komen daar tenminste niet uit snobisme, maar om naar de muziek te luisteren.”