Er zat iets in het mezenbolletje.
Het bleek een muis te zijn.
Zijn staart hing als een looddraad naar beneden.
Ik huiverde bij de gedachte aan de doodsstrijd in het groen gekleurde netje.
Maar vanochtend was het netje leeg.
Nu wantrouw ik de merel die mij aanstaart vanaf zijn tak.
