
Jan Marijnissen vindt het belangrijk dat de mensen weten dat de Gouden Eeuw na de Middeleeuwen komt. Onderwijs ligt voor de hand, maar Jan Marijnissen zag meer in een Nationaal Historisch Museum. Nu staat er in Amsterdam best een behoorlijk museum dat vrij veel aandacht aan de nationale historie besteedt maar dat is vast veuls te elitair voor Jan. Alhoewel het ook nog mogelijk is dat hij daar nooit is geweest.
Dat was namelijk het geval met het Zuiderzee Museum al weerhield hem dat er niet van, de directeur te verwijten daar ‘een postmoderne hutspot’ te hebben gecreëerd.
‘Informatie uit tweede hand’, verklaart Jan later, als hem wordt gevraagd waarom hij diezelfde directeur zijn diensten aanbiedt als ‘verkenner in het politieke krachtenveld.’ Nadat de directeur Jan’s aanbod heeft aangenomen denkt Jan ‘Ik ga er toch eens kijken.’
En ach, ‘het feit dat hij daar een paar huisjes opgetooid heeft met kledingstukken en zo, dat vonden sommige mensen niet gepast. Nou ik vind het Spielerei…’
Een leerzaam uitstapje dus voor iemand die eerder zijn bezorgdheid over de plannen van de directeur verwoordde met ‘Laten we ons hoeden voor het hobbyisme van een stel nieuwlichters‘.
De diensten van Jan hebben de directeur en zijn Nationaal Historisch Museum niet geholpen. Na jaren ruziemaken, stapels bouwplannen en talloze haalbaarheidsonderzoeken, bestaat het museum uit niet meer dan een website waar op te lezen valt dat er geen redactie meer op zal worden gepleegd.
Ik weet niet of de directeur daar zelf erg rouwig om is.
‘Ik hou niet van het woord nationaal… historisch vind ik overbodig, omdat je dat ook op een andere manier kunt zeggen… en museum is natuurlijk een prima woord maar ook niet echt nodig’.
Zo maar een uitspraak van Erik Schilp , directeur van het Nationaal Historisch Museum, gehoord in een fantastische documentaire van Michiel van Erp.

Geef een reactie