Toen ik Tania leerde kennen ging ze haar eerste cd opnemen en op verzoek van haar platenmaatschappij werkte ik daar aan mee. Zij stond aan de vooravond van groot succes maar dat wist ze toen nog niet. Wat ze wel wist, was hoe ze het hebben wilde. Want Tania had een plan. Welke podia, welk repertoire en hoe zij zelf operazangeres… Dat maakte grote indruk op mij. Ik kende niemand met een plan.
Ik ben van de generatie die, heel fijn, de verloren generatie wordt genoemd. Die maakte geen plannen. Die had de Koude Oorlog, die had ’toch geen werk’ en die had een bom, die binnenkort zou vallen en alles zou vernietigen. Ik ging naar het conservatorium omdat ik gitaar wilde spelen. Meer niet. Dat ik er mijn geld mee moest verdienen had niemand mij verteld. Dat er zalen bestonden waar je heel graag of liever niet wilde spelen wist ik niet. Dat er mensen bestonden waar je mee moest samenwerken en anderen waarmee je nog niet dood gevonden wilde worden, ik had er nog nooit over nagedacht maar kwam er al spelend achter.
Sinds die plaatopnamen zijn Tania en ik min of meer bevriend. We werken nog steeds af en toe samen en ik volg haar vanaf de zijlijn. Niet alles gaat altijd helemaal volgens plan, maar heel erg veel wel. Gisteravond zag ik haar een volkomen terechte, staande ovatie in ontvangst nemen nadat ze in een uitverkochte Stadsschouwburg van Amsterdam, de hoofdrol had gezongen in Katibu di Shon, haar eigen opera. Diepe buiging. Groot Respect!
Geef een reactie