zat een man die bij elke virtuoze passage van de gitarist op het podium in de lach schoot. Een paar stoelen verderop in dezelfde rij, zat een vrouw die steeds nadrukkelijk naar voren boog om boos naar de lachende man te kijken. Maar hij merkte haar niet op.
Ook de speciaal voor deze gelegenheid gecomponeerde wereldpremière werkte keihard op de man zijn lachspieren. Tijdens de razendsnelle opening barstte hij in lachen uit.
Opeens zag hij de boze vrouw.
Hij verontschuldigde zich. SORRY. Maar hij kon niet meer stoppen met lachen. Hahaha. ‘Oh sorry’ , ha ha ha ‘pardon’, ja sorry’.
Nu begonnen er mensen mee te lachen. Eerst een paar, maar het werden er steeds meer. Al snel zat het halve balkon te schateren. ‘HA HA HA!!’
De Noorse componist die speciaal voor de première vanuit Oslo naar Amsterdam gekomen was, had verwacht dat het Nederlandse publiek op het gebied van hedendaagse muziek wel wat gewend zou zijn.
‘Dat is ook zo’, zei ik.
Maar hij geloofde me niet.