De BBC vroeg hoe hij het zou vinden als hij nooit meer viool zou kunnen spelen? “Niet zo erg. Ik heb al zoveel viool gespeeld.”
Gehoord, Gezien, Gelezen
Lange termijn
” Men zegt over mij dat ik van kleine zalen houd, maar dat is niet zo. Grote zalen zijn altijd lang van te voren bezet. Ik weet uit ervaring dat geplande dingen eindigen in een mislukking. Altijd! Of je wordt ziek, of er is iets anders dat het verhinderd. Terwijl als je vraagt: kan het overmorgen, of desnoods over een week? Dan gaat alles goed. Misschien ben ik vandaag wel in topvorm. Hoe kan ik voorspellen dat ik dat zal zijn op een datum, maanden verwijderd van nu?
“Men vraagt waarom ik tegenwoordig minder pianoconcerten speel? Omdat het daarbij nog veel erger is. In Europa vragen de orkesten mij om engagementen te accepteren voor over vier, vijf jaar! Zij zijn altijd klaar wanneer ik beschikbaar ben.
“In Rusland was alles anders. Misschien was het niet helemaal netjes maar wanneer ik zin had om de volgende dag een concert te geven waarvoor ik mij voorbereid en klaar voelde, werd een gepland concert geannuleerd en programmeerde men mij in plaats daarvan. Of wanneer de zaal ‘s avonds bezet was, programmeerde men mij om 14.00 of 22.00 uur. Geen publiciteit nodig. Op de dag zelf hing men een papier op met het programma. De mond tot mond reclame deed de rest. Maar in het westen gebeurt iets dergelijks niet.
Dus prefereer ik als ik in een land aankom, de kaart te pakken en mijn impresario’s aan te geven welke plaatsen iets in mij oproepen, of mijn nieuwsgierigheid opwekken en waarvoor ik, voor zover mogelijk, nog nooit de gelegenheid had die te bezoeken. We vertrekken per auto, gevolgd door de piano’s. We vermijden de terreur van de snelwegen. Vervolgens speel ik in een theater, een kerkje of in de aula van een school. In Roanne, Montlucon of in een hoekje in de Provence. De mensen komen daar tenminste niet uit snobisme, maar om naar de muziek te luisteren.”
Perfectie
Aanrader voor het weekend: mooie plaatjes kijken in de Nieuwe Kerk. Een vergrootglas meenemen kan geen kwaad want er bevinden zich nogal wat miniaturen in Passie voor perfectie : Islamitische kunst uit de Khalili Collecties. Wie had het hier over achterlijke cultuur?Bewaar je kaartje want dan mag je gratis naar de extra’s.
Dichter bij Elsschot
Omdat de expositie op zijn einde liep vermoedde ik dat het druk zou zijn. Op de website moest je aangeven hoe laat je de expositie wilde bezoeken. Ik werd heen en weer geslingerd tussen de wens om te gaan en grote tegenzin om in een mensenmassa in shifts langs Elsschots manuscripten te schuifelen. De twijfel maakte mij besluiteloos.
Niet eerder dan middernacht hakte ik als gitariste met brede belangstelling de knoop door. Toen bleek het niet langer mogelijk om kaarten via de website te bestellen. Met een pesthumeur ging ik naar bed.
De volgende ochtend pakte Mijnheer Gitaar de telefoon. De man aan de andere kant van de lijn repte in het geheel niet over drukte. Hij raadde ons enkel aan om, als we alles wilden zien, niet later dan 14.30 uur te komen.
Om 13.00 uur liepen we het Letterenhuis binnen.
We waren de enige bezoekers.
Lees ook: De Papieren Man over de expositie
instrument en speler #2
De vrije wil bestaat niet

Ziet een kikker iets eetbaars dan hapt hij. Ziet die niets eetbaars dan stapt hij naar voren. Staat er iets in zijn gezichtsveld, dan stapt die opzij. Zegt Victor Lamme, hoogleraar cognitieve wetenschap aan de Universiteit van Amsterdam in De vrije wil bestaat niet.
Van hoge naar nieuwe kunst
Over Van hoge naar nieuwe kunst is nogal veel te doen geweest. De auteur beweert dat het klassieke concert ten dode is opgeschreven. Er komt geen jong publiek meer op af en het publiek dat wel komt bestaat alleen maar uit oude mensen. De wereld van de klassieke muziek is een tikkende tijdbom en iedereen doet alsof zijn neus bloedt.
Stil zitten
Hans Abbing vertelt dat hij als student op de kunstacademie naar concerten ging om muzikanten te tekenen. Bij twee klassieke concerten werd hem verzocht hiermee op te houden. ‘Een illustratie van het intolerante, strenge, eredienstachtige karakter van het klassieke concert, aldus de auteur.
Mij lijkt het waarschijnlijker dat de luisteraar wilde luisteren naar de muziek in plaats van naar een tekenende Hans Abbing moeten kijken. Een mens kan tenslotte maar een ding tegelijk. Naar muziek moet je luisteren. Naar bewegend beeld moet je kijken. Voeg je muziek en bewegend beeld samen dan wint het laatste. De videoclip maakt van de muziek die zij promoot achtergrondmuziek. De televisieregistratie van een concert is dan vrijwel altijd een saaie boel. Achtergrondmuziek bij een hand hier. Een dirigent daar. Daar vul je geen twee uur televisie mee.
Het boek, de schrijver noemt het een essay, is een vrucht van de Boekmanleerstoel die hij bekleedde aan de Universiteit van Amsterdam. Een wetenschappelijk werk waarin Abbing mensen aanvalt die naar klassieke concerten gaan en betwijfelt of ze wel van muziek genieten. Waar haalt zo’n man het vandaan vraag je je als gitariste met brede belangstelling af. Niet uit de praktijk zo blijkt.
Saxofonist Ties Mellema vroeg Abbing waarom hij toch zo de nadruk legde op concerten van symfonie-orkesten terwijl de klassieke muziekpraktijk uit zo veel meer bestaat. Het antwoord was even simpel als ontluisterend. Abbing wilde gewoon een beetje aandacht voor zijn boek. Zo was hij nog nooit naar een concert van bijvoorbeeld het NBE geweest.
Danièle Dechenne
Als gitariste met brede belangstelling ga ja natuurlijk wel eens naar een concert. In de kleine zaal van het Concertgebouw bijvoorbeeld als vriend Maarten er zingt. Op het programma stonden louter werken van Robert Schumann. Het is tweehonderd jaar geleden dat hij geboren werd en dergelijke lustra doen het altijd goed als aanleiding voor de programmering.
Maarten zong Dichterliebe. Een wonderschone cyclus die normaliter op piano wordt begeleid maar die voor deze gelegenheid door Wim ten Have was bewerkt voor strijkkwartet, bestaande uit leden van het Concertgebouworkest. Heel erg prachtig. Heel erg mooi.
Maar behalve Dichterliebe stond er nog meer op het programma: Sechs Stücke in kanonischer Form en het Pianokwintet in E, een van de mooiste stukken uit het kamermuziekrepertoire dat iedereen minimaal een keer in zijn leven gehoord moet hebben. De pianopartij werd gespeeld door Danièle Dechenne.
Ze leek mij een heerlijke vrouw. Een die zich totaal niet uit het veld liet slaan door een piepend pedaal. Die met gemak meedraait op het hoogste niveau, precies doet waar ze zin in heeft en er nog buitengewoon charmant uitziet bovendien. Ze speelde met een ouderwetse vanzelfsprekendheid en vakmanschap, volkomen dienstbaar aan de muziek. Voor een gitariste met brede belangstelling een heus ‘role model’.
Bij het borreltje na afloop dat de vrienden hadden georganiseerd bleek ik getuige geweest te zijn van haar laatste concert. De volgende ochtend zou ze naar Frankrijk verhuizen. Ze vond het mooi geweest. Vanaf zondagmiddag is ze met pensioen. Danièle Dechenne is 75 jaar!
Drummer
In tegenstelling tot wat ik Neerlands beroemdste drummer wel eens heb horen beweren day je als drummer nu eenmaal het meeste lawaai maakt dus dat de andere muzikanten je wel moeten volgen, ben ik nou juist van mening dat een goede drummer meebeweegt met de groep. Mijn Enrique Firpi is er zo een. Over hem later meer. Nu eerst maar eens een andere favoriet van me.
droom(vogel)huis
Olla vogala hebban nestas hagunnan. Jaren geleden besloot ik de vogala een handje te helpen door een nestkastje op te hangen maar daar wordt tot op heden nog geen gebruik van gemaakt. Het schijnt iets te maken te hebben met de windrichting. En met privacy, zo las ik in een stukje over Otto Karvonen. Deze kunstenaar heeft in het Vondelpark vogelhuisjes opgehangen die qua vormgeving gebaseerd zijn op de architectuur van asielzoekerscentra in Nederland. Hij kwam o.a. op het idee door de architectuur van vogelhuisjes. Volgens hem zijn die vaak een afspiegeling van het droomhuis van de eigenaar(!).