Ha Esther!
Hier alles in orde. Ik hoorde gisterenavond dat 1 op de 3 boekhandels failliet zou zijn na corona. Heb ik groots gevierd. Dacht zelf namelijk fifty/fifty dus dit vergroot mijn kansen!
Hoe gaat het bij jullie? Voor jou een ander leven, terwijl er voor Otto niet zo veel veranderd is? Zeg ik het zo goed? Let me know. Jullie zitten in ieder geval niet op elkaars lip zoals vele anderen: corona scheidingspiek! Merk ik in de winkel ook soms, en dan huil ik gewoon mee met wie er ook aan het woord is. Als een man z’n zegje gedaan heeft zeg ik: hoe hou je het toch uit met die trut, ik was allang weg geweest, dit is geen doen etc. Bij een vrouw: wat een smeerlap, totaal geen gevoel, ik had je heel anders behandeld, met de liefde die je verdient etc. Enfin, zo komen we de dag door.
Leuk stuk, over de Koperen Tuin. Sowieso goed in titels, die tandartsfavoriet, Ivoren Wachters, dat is toch ook fraai. Het Glinsterend Pantser heb ik gelezen, ging over iemand met huidproblemen. Eigenlijk moet je alleen de titels van die man lezen en z’n boeken verder lekker laten zitten. De tijd die hij daar aan besteed heeft had hij beter aan iets anders kunnen besteden, tuintje in de schuur witten, alles van Bach luisteren (nog zo iemand die niet van ophouden wist. Er moet toch een tijdgenoot zijn geweest die zei, “Hee Johann, doe ‘s rustig aan, schrijf eens wat minder van die stukken.” “Huh, watte, zei je iets?,…ennnn hup, weer een cantate af”).
Ik moet elke paar maanden een stukje voor De Gooische Tamtam schrijven over een favoriet boek. Omdat het een vriend van jullie is wordt het “De vierde mei” dit keer. En omdat hij zo vriendelijk was hier een lezing te geven. Was een fijne avond, ontzettend leuke man. Is het een goed boek?
drie weken later
Naar aanleiding van de reacties (hieronder):
“Ik ga als halfbakken boekhandelaar, die nog geen twee woorden kan typen zonder het zelf te moeten verbeteren, toch niet denigrerend doen over het oeuvre van Vestdijk. Was gewoon een grapje over zijn titels. Heb de Anton Wachter romans hier nog liggen, in linnen gebonden. Très chique. Ongelezen. Is wel weer jammer.
Maar boek van Sipko Melissen vond ik geweldig! Wat een schrijver! Mag niet hè? Schrijven over je eigen terrein als dat de grachtengordel van Amsterdam is (Hé Eus, bedankt!). Godzijdank heeft Sipko Melissen zich daar niets van aangetrokken, en mij een paar heel mooie uren met “Vierde Mei” bezorgd. Die mijmeringen, de gedachten over muziek, literatuur en beaux arts, gevangen in een prachtig verhaal; het heeft me na lezing nog lang beziggehouden.”